forked from NorfairKing/kansrekenen-notities
-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 0
/
kansruimten.tex
619 lines (519 loc) · 22.6 KB
/
kansruimten.tex
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
237
238
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
250
251
252
253
254
255
256
257
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
299
300
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
342
343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
353
354
355
356
357
358
359
360
361
362
363
364
365
366
367
368
369
370
371
372
373
374
375
376
377
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389
390
391
392
393
394
395
396
397
398
399
400
401
402
403
404
405
406
407
408
409
410
411
412
413
414
415
416
417
418
419
420
421
422
423
424
425
426
427
428
429
430
431
432
433
434
435
436
437
438
439
440
441
442
443
444
445
446
447
448
449
450
451
452
453
454
455
456
457
458
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
476
477
478
479
480
481
482
483
484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
496
497
498
499
500
501
502
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
516
517
518
519
520
521
522
523
524
525
526
527
528
529
530
531
532
533
534
535
536
537
538
539
540
541
542
543
544
545
546
547
548
549
550
551
552
553
554
555
556
557
558
559
560
561
562
563
564
565
566
567
568
569
570
571
572
573
574
575
576
577
578
579
580
581
582
583
584
585
586
587
588
589
590
591
592
593
594
595
596
597
598
599
600
601
602
603
604
605
606
607
608
609
610
611
612
613
614
615
616
617
618
619
\documentclass[main.tex]{subfiles}
\begin{document}
\chapter{Kansruimten}
\label{cha:kansruimten}
\begin{de}
Een \term{stochastisch experiment} is een experiment waarvan de uitkomst op voorhand onbekend is.
\end{de}
\begin{de}
Het \term{universum} van een stochastisch experiment is de verzameling van alle mogelijke uitkomsten.
\end{de}
\begin{de}
Een \term{gebeurtenis} van een stochastisch experiment is een deelverzameling van het universum.
\end{de}
\begin{de}
Een \term{Bernoulli experiment} is een stochastisch experiment met maar twee mogelijke uitkomsten.
\end{de}
\section{Sigma algebra's}
\begin{de}
\label{de:sigma-algebra}
Een \term{sigma algebra} of \term{$\sigma$-algebra} $\mathcal{A}$ is een verzameling $\mathcal{A}$ van deelverzamelingen van een \term{universum} $\Omega$ die voldoet aan de volgende drie axioma's.
\begin{enumerate}
\item $\Omega \in \mathcal{A}$
\item $A\in \mathcal{A} \Rightarrow A^{C} \in \mathcal{A}$
\item $(\forall n\in \mathbb{N}: A_{n} \in \mathcal{A}) \Rightarrow \bigcup_{n\in \mathbb{N}}A_{n} \in \mathcal{A}$
\end{enumerate}
De structuur $\Omega,\mathcal{A}$ wordt een \term{meetbare ruimte} genoemd en de verzamelingen in $\mathcal{A}$ noemen we \term{gebeurtenissen}.
\end{de}
\begin{st}
\label{st:lege-verzameling-in-sigma-algebra}
Zij $\mathcal{A}$ een sigma-algebra.
\[ \emptyset \in \mathcal{A} \]
\begin{proof}
De eerste twee axioma's, samen met $\Omega^{C} = \emptyset$ geeft de stelling.
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
\label{st:sigma-algebra-eindige-unie}
Zij $\mathcal{A}$ een sigma-algebra.
\[ (\forall n\in \{ 1,\dotsc,n \}: A_{n} \in \mathcal{A}) \Rightarrow \bigcup_{n\in \{1,\dotsc,n\}}A_{n} \in \mathcal{A} \]
\begin{proof}
We kunnen in het derde axioma de $n+1,...$ gebeurtenissen gelijkstellen aan de lege verzameling om een eindige unie te bekomen.
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
\label{st:sigma-algebra-oneindige-doorsnede}
Zij $\mathcal{A}$ een sigma-algebra.
\[ (\forall n\in \mathbb{N}: A_{n} \in \mathcal{A}) \Rightarrow \bigcap_{n\in \mathbb{N}}A_{n} \in \mathcal{A} \]
\begin{proof}
Het eerste axioma, samen met stelling \ref{st:sigma-algebra-eindige-unie} en de tweede wet van de morgan\stref{st:tweede-wet-van-de-morgan} geeft de stelling.
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
Zij $\mathcal{A}$ een sigma-algebra.
\[ (\forall n\in \{ 1,\dotsc,n \}: A_{n} \in \mathcal{A}) \Rightarrow \bigcap_{n\in \{1,\dotsc,n\}}A_{n} \in \mathcal{A} \]
\begin{proof}
We kunnen in stelling \ref{st:sigma-algebra-oneindige-doorsnede} de $n+1,...$ gebeurtenissen gelijkstellen aan het universum om een eindige doorsnede te bekomen.
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
Zij $\mathcal{A}$ een sigma-algebra.
\[ \forall A,B \in \mathcal{A}: A \triangle B \in \mathcal{A} \]
\begin{proof}
Het symmetrisch verschil $A \triangle B$ is gelijk aan $(A\cup B) \cap (A \cap B)^{C}$.\stref{st:verschil-verzamelingen-is-doorsnede-complement} \stref{st:symmetrisch-verchil-enkelvoudig-verchil.}
Neem nu stelling \ref{st:sigma-algebra-eindige-unie}, \ref{st:sigma-algebra-oneindige-doorsnede} en het eerste axioma samen om de stelling te bekomen.
\end{proof}
\end{st}
\begin{de}
$\{ \emptyset, \Omega \}$ noemen we de \term{triviale $\sigma$-algebra}.
\end{de}
\begin{de}
$\Omega,\{ \emptyset, \Omega \}$ noemen we de \term{triviale meetbare ruimte}.
\end{de}
\begin{de}
\label{de:discrete-sigma-algebra}
De de machtsverzameling van een universum noemen we de \term{discrete $\sigma$-algebra}.
\end{de}
\begin{tvb}
De unie van een aantal $\sigma$-algebra's is niet noodzakelijk een $\sigma$-algebra.
\begin{proof}
Beschouw de $\sigma$-algebra's $B$ en $C$:
\[ B = \{ \emptyset , \{0\} , \{1,2\}, \{0,1,2\} \} \quad\text{ en }\quad \{ \emptyset , \{1\} , \{0,2\}, \{0,1,2\} \} \]
De unie hiervan is geen $\sigma$-algebra:
\[ B \cup B = \{ \emptyset, \{0\}, \{1\}, \{0,2\}, \{1,2\}, \{0,1,2\} \} \]
De unie van $\{0\}$ en $\{1\}$ zit er namelijk niet in.\stref{st:sigma-algebra-eindige-unie}
\end{proof}
\end{tvb}
\section{Kansmaten}
\label{sec:kansmaten}
\begin{de}
Zij $\mathcal{A}$ een kansruimten.
Een \term{kansmaat} is een afbeelding $P:\ \mathcal{A} \rightarrow [0,1] \subset \mathbb{R}$ met de volgende eigenschappen.
\begin{enumerate}
\item $P(\Omega) = 1$
\item $\forall A \in \mathcal{A}:\ P(A) \ge 0$
\item De \term{aftelbare additiviteit} of \term{$\sigma$-additiviteit}:\\
Zij $(A_{n})_{n}$ een aftelbaar-oneindige rij van onderling disjuncte verzamelingen.
\[ P\left( \bigcup_{n\in\mathbb{N}}A_{n} \right) = \sum_{n\in\mathbb{N}}P(A_{n}) \]
\end{enumerate}
De structuur $\Omega,\mathcal{A},P$ noemen we een \term{kansruimte}.
\end{de}
\begin{de}
Zij $(A_{n})_{n}$ een rij verzamelingen, dan noemen we deze rij ...
\begin{itemize}
\item ... \term{stijgend} als $\forall n:\ A_{n}\subseteq A_{n+1}$ geldt: $A_{n}\uparrow$
\item ... \term{dalend} als $\forall n:\ A_{n}\supseteq A_{n+1}$ geldt: $A_{n}\downarrow$
\item ... \term{monotoon} als ze stijgend of dalend is.
\end{itemize}
\end{de}
\begin{de}
Zij $(A_{n})_{n}$ een stijgende rij verzamelingen: $A_{n} \uparrow$
\[ \lim_{n\rightarrow \infty}A_{n} = \bigcup_{n\in \mathbb{N}}^{\infty}A_{n} \]
\end{de}
\begin{de}
Zij $(A_{n})_{n}$ een dalende rij verzamelingen: $A_{n} \downarrow$
\[ \lim_{n\rightarrow \infty}A_{n} = \bigcap_{n\in \mathbb{N}}^{\infty}A_{n} \]
\end{de}
\begin{st}
\label{st:kansmaat-eindige-additiviteit}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $\{ A_{n} \mid n\in \{ 1,\dotsc,N\} \}$ $N$ paarsgewijze disjuncte gebeurtenissen.
\[ P\left( \bigcup_{n=1}^{N}A_{n}\right) = \sum_{n=1}^{N}P(A_{n}) \]
\begin{proof}
Kies voor de $n+1,\dotsc$ gebeurtenissen in het derde axioma van een kansmaat telkens de lege gebeurtenis om de stelling te bekomen.
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A \in \mathcal{A}:\ P(A^{C}) = 1 - P(A) \]
\begin{proof}
Begin met de uitdrukking $\Omega = A \cup A^{C}$.
Pas nu stelling \ref{st:kansmaat-eindige-additiviteit} toe:
\[
\begin{array}{rl}
P(\Omega) &= P(A) + P(A^{C})\\
1 &= P(A) + P(A^{C})\\
P(A^{C}) &= 1-P(A)
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{st}
\begin{gev}
$P(\emptyset) = 0$
\end{gev}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $(A_{n})_{n}$ een monotone rij verzamelingen.
\[ P\left( \lim_{n\rightarrow \infty}A_{n} \right) = \lim_{n\rightarrow \infty}P(A_{n}) \]
\begin{proof}
We bewijzen de stelling voor een stijgende rij verzamelingen $(A_{n})_{n}$.
Herschrijven we het linker lid, dan krijgen we de volgende unie:
\[
\begin{array}{rll}
P\left( \lim_{n\rightarrow \infty}A_{n} \right) &= P \left( \bigcup_{n\in \mathbb{N}}^{\infty}A_{n} \right)\\
&= P \left( A_{1} \bigcup_{n=2}^{\infty}(A_{n} \setminus A_{n-1}) \right)\\
&= P(A_{1}) + \sum_{n=1}^{\infty}P(A_{n}\setminus A_{n-1})\\
&= P(A_{1}) + \lim_{N \rightarrow \infty}\sum_{n=1}^{N}(P(A_{n}) - P(A_{n-1}))\\
&= P(A_{1}) + \lim_{N \rightarrow \infty}\sum_{n=1}^{N}P(A_{n}) - P(A_{1}) &= \lim_{n\rightarrow \infty}P(A_{n})\\
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{st}
\begin{ei}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A,B \in \mathcal{A}:\ P(B) = P(B \cap A) + P(B \cap A^{C}) \]
\begin{proof}
$P(B) = P((B \cap A) \cup (B \cap A^{C})) = P(B \cap A) + P(B \cap A^{C})$ met $(B \cap A)$ en $(B \cap A^{C})$ disjunct.\stref{st:kansmaat-eindige-additiviteit}
\end{proof}
\end{ei}
\begin{ei}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A,B \in \mathcal{A}:\ P(A \cup B) = P(A) + P(B) - P(A \cap B) \]
\begin{proof}
\[
\begin{array}{rll}
P(A \cup B) &= P((A \cap B^{C}) \cup (A \cap B) \cup (A^{C}\cap B)) \\
&= P(A \cap B^{C})+P(A \cap B) +P(A^{C}\cap B)\\
&= (P(A \cap B^{C})+P(A \cap B)) +((P(A^{C}\cap B)+P(A \cap B)) -P(A\cap B) \\
&= P(A)+P(B) -P(A\cap B)\\
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{ei}
\begin{ei}
\label{ei:kansmaat-verschil}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A,B \in \mathcal{A}:\ P(A \setminus B) = P(A\cup B) - P(B) \]
\begin{proof}
$P(A \cup B) = P(B \cup (A\setminus B)) = P(B) + P(A \setminus B)$
\end{proof}
\end{ei}
\begin{ei}
\label{ei:kansmaat-kans-deelverzameling-kleiner}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A,B \in \mathcal{A}:\ A \subseteq B \Rightarrow P(A) \le P(B) \]
\begin{proof}
$P(A) = P(B \setminus (B \cap A^{C})) = P(B) - P(B \cap A^{C}) \le P(B)$ vanwege axioma 2 en eigenschap \ref{ei:kansmaat-verschil}.
\end{proof}
\end{ei}
\begin{ei}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A \in \mathcal{A}:\ P(A) \le 1 \]
\begin{proof}
$A$ is steeds een deelverzameling van $\Omega$.
Gebruik nu eigenschap \ref{ei:kansmaat-kans-deelverzameling-kleiner}.
\end{proof}
\end{ei}
\section{Traditionele kansruimten}
\label{sec:trad-kansr}
\begin{de}
De \term{uniforme kansmaat} is een kansmaat die enkel gedefini\"eerd is voor eindige verzamelingen.
\[ P:\ \mathcal{A} \rightarrow [0,1] \subset \mathbb{R}:\ A \mapsto \frac{|A|}{|\Omega|} \]
\end{de}
\begin{de}
De \term{discrete kansmaat} (?) is een kansmaat die enkel gedefini\"eerd is voor aftelbare verzamelingen.
\[ P:\ \mathcal{A} \rightarrow [0,1] \subset \mathbb{R}:\ A \mapsto p_{i} \]
Hier is het natuurlijk essentieel dat $\sum_{i}p_{i}=1$ geldt.
\end{de}
\begin{de}
Zij $\mathcal{C} \subseteq \Omega$ een collectie deelverzamelingen van een universum.
De $\sigma$-algebra $\sigma(\mathcal{C})$ \term{voortgebracht door} $\mathcal{C}$ is de kleinste $\sigma$-algebra die $\mathcal{C}$ bevat.
\begin{itemize}
\item $\sigma(\mathcal{C})$ is een $\sigma$-algebra.
\item $\mathcal{C} \subseteq \sigma(\mathcal{C})$
\item Elke $\sigma$-algebra $\mathcal{A}$ met $\mathcal{C} \subseteq \mathcal{A}$ omvat $\sigma(\mathcal{C})$.
\end{itemize}
\end{de}
\begin{st}
De $\sigma$-algebra opgespannen door een collectie deelverzamelingen van een universum is uniek.
\begin{proof}
Als er immers nog een (even kleine) sigma algebra zou zijn die aan de voorwaarde voldoet dan zouden ze gelijk zijn volgens de tweede en derde eigenschap.
\end{proof}
\end{st}
\begin{ei}
\evraag{Juni 2014}
Voor elke collectie deelverzamelingen $\mathcal{C}$ van $\Omega$ bestaat $\sigma(C)$.
\begin{proof}
Niet constructief bewijs van existentie\\
Beschouw voor een gegeven collectie deelverzamelingen $\mathcal{C}$ de verzameling $X$:
\[ X = \{ \mathcal{A} \subseteq \mathcal{P}(\Omega) \mid \mathcal{A} \text{ is een $\sigma$-algebra.} \wedge \mathcal{C} \subseteq \mathcal{A} \} \]
Merk allereerst op dat $X$ niet leeg is omdat $\mathcal{P}(\Omega)$ altijd een $\sigma$-algebra is (en $\mathcal{C}$ omvat).\deref{de:discrete-sigma-algebra}
We moeten nog de kleinste $\sigma$-algebra selecteren uit $X$.
Bekijk hiervoor $\mathcal{B}$:
\[ \mathcal{B} = \bigcap_{\mathcal{A} \in X}\mathcal{A} \]
$\mathcal{B}$ omvat nu zeker $\mathcal{C}$ omdat $C$ een deel is van elke $\mathcal{A} \in X$.
We tonen nu aan dat $\mathcal{B}$ een $\sigma$-algebra is.
\begin{itemize}
\item $\Omega \in \mathcal{B}$:\\
Elke $\mathcal{A}$ in $\mathcal{P}$ bevat $\Omega$ omdat het zelf $\sigma$-algebra's zijn.
$\mathcal{B}$, als doorsnede van de $\mathcal{A}$ bevat dus zeker ook $\Omega$.
\item $B \in \mathcal{B} \Rightarrow B^{C} \in \mathcal{B}$\\
Zij $B$ een deelverzameling van $\Omega$ in $\mathcal{B}$, dan betekent dit per definitie van $\mathcal{B}$ dat $B$ ook in elke $\mathcal{A}$ in $X$ zit.
Omdat elke $\mathcal{A}$ in $X$ een $\sigma$-algebra is, bevat elke $\mathcal{A}$ ook $B^{C}$.
Dit betekent precies dat $\mathcal{B}$ ook $B^{C}$ bevat.
\item $(\forall n\in \mathbb{N}: B_{n}\in \mathcal{B}) \Rightarrow \bigcup_{n\in \mathbb{N}} B_{n} \in \mathcal{B}$:
Deze redenering is precies analoog aan het vorige puntje.
\end{itemize}
\end{proof}
\end{ei}
\begin{de}
\evraag{Juni 2014}
De \term{Borel $\sigma$-algebra op $\mathbb{R}$} is de $\sigma$-algebra voortgebracht door de volgende verzamelingen (geldt voor beide):
\[ \mathcal{C} = \{ ]-\infty,a] \mid a \in \mathbb{R} \} \]
\[ \left\{ \interval{a}{b} \mid a,b\in \mathbb{R} \right\} \]
\end{de}
%\begin{st}
% Het \term{theorema van Vitali}\\
% Er bestaat geen uniforme kansverdeling op het interval $[0,1]$.
%\zb
%\end{st}
\extra{goede uitleg van het theorema van Vitali}
\section{Voorwaardelijke kans en onafhankelijkheid}
\label{sec:voorwaardelijke-kans-en-onafhankelijkheid}
\subsection{Voorwaardelijke kans}
\label{sec:voorwaardelijke-kans}
\begin{de}
\label{de:voorwaardelijke-kans}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
De \term{voorwaardelijke kans} of \term{conditionele kans} van een gebeurtenis $A$ gegeven een gebeurtenis $B$ (met $P(B) \neq 0$) is $P(A|B)$.
\[ P(A|B) = \frac{P(A\cap B)}{P(B)} \]
\end{de}
\begin{ei}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[ \forall A \in \mathcal{A}: P(A|A) = 1 \]
\begin{proof}
\[ \forall A \in \mathcal{A}: P(A|A) = \frac{P(A \cap A)}{P(A)} = \frac{P(A)}{P(A)} = 1 \]
\end{proof}
\end{ei}
\begin{ei}
\label{ei:gebeurtenis onafhankelijk van universum}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
Elke gebeurtenis is onafhankelijk van zijn universum.
\[ \forall A \in \mathcal{A}: P(A|\Omega) = P(A) \]
\begin{proof}
\[ \forall A \in \mathcal{A}: P(A|\Omega) \frac{P(A \cap A)}{P(A)} = \frac{P(A)}{P(\Omega)} = \frac{P(A)}{1} = P(A)\]
\end{proof}
\end{ei}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $B$ een gebeurtenis in $\mathcal{A}$ met kans groter dan nul.
De functie $P_{B}$ is een kansmaat.
\[ P_{B}:\ \mathcal{A} \rightarrow [0,1] \subset \mathbb{R}:\ A \mapsto P(A|B) \]
\begin{proof}
We gaan elke definierende eigenschap van een kansmaat af.
\begin{itemize}
\item $P_{B}(\Omega) = P(\Omega|B) = \frac{P(\Omega \cap B)}{P(\Omega)} = \frac{P(B)}{P(B)} = 1$
\item $\forall A \in \mathcal{A}:\ P_{B}(A) = \frac{P(A\cap B)}{P(B)} \ge 0$
\item Zij $(A_{n})_{n}$ een paarsgewijs disjuncte rij van gebeurtenissen in $\mathcal{A}$.
\[
\begin{array}{rl}
P_{B}\left( \bigcup_{n=1}^{\infty} A_{n} \right)
&= \frac{P\left(\left( \bigcup_{n=1}^{\infty} A_{n} \right) \cap B \right)}{P(B)}\\
&= \frac{P\left(\bigcup_{n=1}^{\infty} (A_{n} \cap B)\right)}{P(B)}\\
&= \frac{\sum_{n=1}^{\infty}P\left(A_{n} \cap B\right)}{P(B)}\\
&= \sum_{n=1}^{\infty}P_{B}(A_{n})\\
\end{array}
\]
\end{itemize}
\end{proof}
\end{st}
\subsection{Kettingregel}
\label{sec:kettingregel}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
Zij $\{ A_{1}, A_{2}, \dotsc, A_{k}\}$ meer dan \'e\'en gebeurtenis in $\mathcal{A}$.
\[
P\left(\bigcap_{i=1}^{k}A_{i}\right)
= \prod_{i=1}^{k}P\left(A_{i}\mid\bigcap_{j=1}^{i-1}A_{j}\right)
\]
\[
P(A_{1}\cap A_{2} \dotsb A_{k}
= P(A_{1})P(A_{2}|A_{1})P(A_{3}|A_{1}\cap A_{2}) \dotsb P(A_{k}|A_{1}\cap A_{2}\cap \dotsc \cap A_{k-1})
\]
\begin{proof}
Bewijs door volledige inductie op $\mathbb{N} \setminus \{0,1\}$:
\begin{itemize}
\item De stelling geldt voor $k=2$ vanuit de definitie van voorwaardelijke kans:\deref{de:voorwaardelijke-kans}
\[ P(A_{1}|A_{2}) = \frac{P(A_{1}\cap A_{2})}{P(A_{2})} \Rightarrow P(A_{1} \cap A_{2}) = P(A_{1}) P(A_{2}|A_{1}) \]
\item Uit de stelling voor $k=n$ volgt dat de stelling geldt voor $k=n+1$:\\
We gebruiken hier het basisgeval.
\[
\begin{array}{rl}
P\left(\bigcap_{i=1}^{n+1}A_{k}\right)
&= P\left(\left(\bigcap_{i=1}^{n}A_{p}\right) \cap A_{n+1} \right)\\
&= P\left(A_{n+1} | \left(\bigcap_{i=1}^{n}A_{p}\right) \right) P\left(\bigcap_{i=1}^{n+1}A_{k}\right)\\
&= \prod_{i=1}^{n}P\left(A_{i}\mid\bigcap_{j=1}^{i-1}A_{j}\right) P\left(\bigcap_{i=1}^{n+1}A_{k}\right)\\
&= \prod_{i=1}^{n+1}P\left(A_{i}\mid\bigcap_{j=1}^{i-1}A_{j}\right)\\
\end{array}
\]
\end{itemize}
\end{proof}
\end{st}
\subsection{Wet van de totale kans}
\label{sec:wet-van-de}
\begin{st}
\evraag{Augustus 2013}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $X$ een partitie van $\Omega$ waarin $\forall A \in X:\ P(A) > 0$ geldt.
\[ \forall B \in \mathcal{A}:\ P(B) = \sum_{A\in X}P(A)P(B|A) \]
\begin{proof}
\[
\begin{array}{rl}
\sum_{A\in X}P(A)P(B|A)
&= \sum_{A\in X}\frac{P(A)P(B \cap A)}{P(A)}\\
&= \sum_{A\in X} P(B \cap A)\\
&= P(\cup_{A\in X}(B \cap A))\\
&= P(B \cap \cup_{A\in X}(A))\\
&= P(B \cap \Omega) = P(B)\\
\end{array}
\]
Merk op dat de derde gelijkheid enkel geldt omdat $X$ een partitie is van $\Omega$ en de verzamelingen $(B \cap A)$ daarom disjunct zijn.
De vijfde gelijkheid geldt ook enkel omdat $X$ een partitie is van $\Omega$.
\end{proof}
\end{st}
\subsection{Stelling van Bayes}
\label{sec:stelling-van-bayes}
\begin{st}
\label{st:bayes}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $X$ een partitie van $\Omega$ waarin $\forall A \in X:\ P(A) > 0$ geldt.
Zij $B$ een gebeurtenis in $\mathcal{A}$ met $P(B) > 0$.
\[ \forall A\in X:\ P(A|B) = \frac{P(A)P(B|A)}{\sum_{C\in X}P(C)P(B|C)} \]
\begin{proof}
\[
\begin{array}{rl}
\frac{P(A)P(B|A)}{\sum_{C\in X}P(C)P(B|C)}
&= \frac{P(A)P(B|A)}{P(B)}\\
&= \frac{P(A \cap B)}{P(B)} = P(A|B)\\
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{st}
\subsection{Handige rekenregels}
\label{sec:handige-rekenregels}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
\[
\forall A,B \in \mathcal{A}: P(A|B) = \frac{P(A)}{P(B)}P(B|A)
\]
\begin{proof}
\[
\begin{array}{rl}
P(A|B)
&= \frac{P(A\cap B)}{P(B)}\\
&= \frac{P(A)P(A\cap B)}{P(B)P(A)}\\
&= \frac{P(A)}{P(B)}\frac{P(A\cap B)}{P(A)}\\
&= \frac{P(A)}{P(B)}P(B|A)\\
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
\label{st:rekenregel-afhankelijkheid-partitie}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $X$ een partitie van $\Omega$ waarin $\forall A \in X:\ P(A) > 0$ geldt.
Zij $X$ een gebeurtenis in $\Omega$.
\[ \sum_{A \in X}P(A|X) = 1 \]
\begin{proof}
\[
\begin{array}{rl}
\sum_{A \in X}P(A|X)
&= \sum_{A \in X}\frac{P(A\cap X)}{P(X)}\\
&= \frac{\sum_{A \in X}P(A \cap X)}{P(X)}\\
&= \frac{P\left(\bigcup_{A \in X}A \cap X\right)}{P(X)}\\
&= \frac{P\left(\bigcup_{A \in X}A\right) \cap X}{P(X)}\\
&= \frac{P( \Omega \cap X)}{P(X)}\\
&= \frac{P(X)}{P(X)}\\
&= 1
\end{array}
\]
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $(A_{i})_{n}$ een rij in $\mathcal{A}$.
\[ P\left( \bigcup_{n}A_{n}\right) = P(A_{1}) + \sum_{n>1}P\left( A_{n} \cap\bigcap_{i=1}^{n-1} A_{i}^{C}\right)\]
\begin{proof}
We bewijzen, nog sterker, dat de bewering geldt voor elke aftelbare verzameling $A_{i}\in \mathcal{A}$ in $\mathcal{A}$.\\
Bewijs door volledige inductie op $\mathbb{N}$:
\begin{itemize}
\item De stelling geldt voor $n=1$
\[ P(A_{1} \cup A_{2}) = P(A_{1} \cup \left(A_{1}^{C} \cap A_{2}\right) = P(A_{1}) + P(A_{1}^{C} \cap A_{2}) \]
\item Uit de stelling voor $k=n$ volgt de stelling voor $k+1$.
\[
P\left( \bigcup_{i=1}^{n+1}A_{i}\right)
= P\left( A_{n+1} \cup \bigcup_{i=1}^{n}A_{i}\right)
= P\left(\left(\bigcup_{i=1}^{n} A_{i}\right)^{C}\cap A_{n+1}\right) + P\left(\bigcup_{i=1}^{n}A_{i}\right)
= P(A_{1}) + \sum_{n>1}P\left( A_{n} \cap\bigcap_{i=1}^{n-1} A_{i}^{C}\right)
\]
\end{itemize}
\end{proof}
\end{st}
\subsection{Onafhankelijkheid}
\label{sec:onafhankelijkheid}
\begin{de}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte.
We noemen twee gebeurtenissen $A$ en $B$ uit $\mathcal{A}$ \term{onafhankelijk} als het volgende geldt over hun kans:
\[ P(A\cap B) = P(A) \cdot P(B) \]
\end{de}
\begin{de}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $A$ en $B$ twee afhankelijke gebeurtenissen uit $\mathcal{A}$ dan noemen we de afhankelijkheid ...
\begin{itemize}
\item ... \term{positieve afhankelijkheid} als $P(A \cap B) > P(A)P(B)$ geldt.
\item ... \term{negatieve afhankelijkheid} als $P(A \cap B) < P(A)P(B)$ geldt.
\end{itemize}
\end{de}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $A$ en $B$ twee onafhankelijke gebeurtenissen uit $\mathcal{A}$.
\[ P(A|B) = P(A) \]
\begin{proof}
\[ P(A|B) = \frac{P(A \cap B)}{P(B)} = \frac{P(A) \cdot P(B)}{P(B)} = P(A) \]
\end{proof}
\end{st}
\begin{st}
Zij $\Omega,\mathcal{A},P$ een kansruimte en $A$ en $B$ twee afhankelijke gebeurtenissen uit $\mathcal{A}$, dan zijn er twee mogelijkheden:
\begin{itemize}
\item $A$ en $B$ zijn positief afhankelijk: $P(A|B) > P(A)$.
\item $A$ en $B$ zijn negatief afhankelijk: $P(A|B) < P(A)$.
\end{itemize}
\end{st}
\begin{de}
Een verzameling gebeurtenissen noemen we \term{paarsgewijs onafhankelijk} als elke twee gebeurtenissen onafhankelijk zijn.
\end{de}
\begin{de}
Een eindige verzameling gebeurtenissen $X$ noemen we \term{onderling onafhankelijk} als het volgende geldt:
\[ \forall Y\in \mathcal{P}(X):\ P\left( \bigcap_{A\in Y}A \right) = \prod_{A\in Y}P(A) \]
\end{de}
\begin{ei}
Een onderling onafhankelijke verzameling gebeurtenissen is ook zeker paarsgewijs onafhankelijk.
\extra{bewijs}
\end{ei}
\begin{de}
Een oneindige verzameling gebeurtenissen $X$ noemen we \term{onderling onafhankelijk} als elke eindige deelverzameling gebeurtenissen onderling onafhankelijk is.
\end{de}
\subsection{Systeembetrouwbaarheid}
\label{sec:syst}
\begin{figure}[H]
\caption{Een serieel systeem}
\centering
\includegraphics[width=0.5\textwidth]{assets/systeem-serieel.eps}
\end{figure}
\begin{figure}[H]
\caption{Een parallel systeem}
\centering
\includegraphics[width=0.5\textwidth]{assets/systeem-parallel.eps}
\end{figure}
\begin{de}
Een \term{serieel systeem} is een systeem met twee componenten dat werk als en slechts als beide componenten werken.
\end{de}
\begin{st}
In een serieel systeem $S$ met componenten $A$ en $B$ met respectievelijke faalkansen $p_{A}$ en $p_{B}$ is de kans $p_{S}$ dat het systeem werkt als volgt.
\[ p_{S} = p_{A} + p_{B} -p_{A}p_{B} \]
\TODO{bewijs p 23}
\end{st}
\begin{de}
Een \term{parallel systeem} is een systeem met twee componenten dat werk als en slechts als \'e\'en van beide componenten werkt.
\end{de}
\begin{st}
In een parallel systeem $S$ met componenten $A$ en $B$ met respectievelijke faalkansen $p_{A}$ en $p_{B}$ is de kans $p_{S}$ dat het systeem werkt als volgt.
\[ p_{S} = p_{A}p_{B} \]
\TODO{bewijs p 24}
\end{st}
\end{document}
%%% Local Variables:
%%% mode: latex
%%% TeX-master: t
%%% End: